Ik houd van Robert Seethaler en ik houd van Gustav Mahler, dus een boek van Robert Seethaler over Gustav Mahler zou garant moeten staan voor een paar gelukzalige uren. Dacht ik!
In de korte roman Het laatste deel reist Mahler, de beroemde componist en dirigent, in 1911 van New York terug naar Europa. Zijn laatste optreden op de bok voor het New York Philharmonic was weer een artistiek succes, maar van nagenieten is geen sprake. Verzwakt door zijn hartziekte zit Mahler op het zonnedek van de Amerika, terwijl zijn vrouw Alma en dochtertje Anna zich benedendeks vermaken. Wat doet Mahler op dat dek? Hij herinnert zich flarden van zijn leven. Dat is de vertelsituatie, en daar begint het probleem met dit boek.
Stel dat een romanpersonage in het vertellend heden de liefde van zijn leven ontmoet (zeker een type als Alma), dan is dat in principe een spannend gegeven. In retrospect – jaren zijn verstreken, het personage kijkt uit over zee en overziet zijn leven – is diezelfde ontmoeting meteen al iets minder spannend. Zo krijgt de lezer alle belangrijke voorvallen uit Mahlers leven indirect, gefilterd door de terugblik van een opgebrande man, gepresenteerd; en doordat Seethaler blijft omschakelen tussen heden en verleden krijgt de lezer ook niet de kans te ‘vergeten’ dat hij de dingen niet rechtstreeks met de jongere Mahler meebeleeft.
En wat beleeft Mahler dan in het heden, aan boord van die oceaanstomer? Niets. Er wordt hem een nieuwe kop thee gebracht door de scheepsjongen, met wie hij een oppervlakkig gesprekje voert; daarna duikt de componist weer het verleden in. De auteur laat hem zelfs terugdenken aan momenten dat hij aan eerdere momenten terugdacht. Een enkele keer komen die herinneringen langs associatieve weg tot stand, maar meestal zijn ze volstrekt ongemotiveerd. Seethaler schrijft simpelweg: ‘Hij dacht terug aan […] Hij moest denken aan […] Dat schoot hem allemaal weer te binnen […]’ Wat verteltechniek betreft is dat weinig subtiel.
Het is bekend dat Mahler een turbulent leven leidde, dus er zijn de nodige episodes om op terug te kijken. Maar wat een vreemde selectie heeft de auteur daaruit gemaakt: het grote drama in Mahlers leven, het overlijden van zijn vijfjarige dochtertje Maria, wordt in twintig regels afgedaan, terwijl de scène waarin de componist voor beeldhouwer Rodin poseert zich over zeven zouteloze pagina’s voortsleept… Er komen genoeg emoties aan de orde – rouw om Maria, liefde voor Alma, woede om haar echtbreuk, en natuurlijk de artistieke ontroering – maar ze worden vluchtig behandeld. Te vaak benoemt Seethaler de emoties, in plaats van ze te evoceren.
Misschien zou dit allemaal niet zo storen als de hoofdpersoon tenminste tot de verbeelding zou spreken. Goed, de Mahler in dit verhaal heeft nog slechts een maand te leven, maar hij hoeft in zijn overpeinzingen toch niet alléén maar uitgeblust en vreugdeloos te zijn? Waar is zijn charisma?
Met boeken als De Weense sigarenboer en Een heel leven was Robert Seethaler (Wenen, 1966) hard op weg een van mijn favoriete hedendaagse auteurs te worden. Het zal duidelijk zijn dat Het laatste deel me heeft teleurgesteld. Onterecht, dat weet ik – ik zou in mezelf teleurgesteld moeten zijn. Ik had vooraf moeten beseffen dat er geen goede schrijvers bestaan, alleen goede boeken. Grotere geesten dan Seethaler hebben ook wel eens een minder boek afgeleverd. Trouwens, ook niet elke symfonie van het genie Mahler heb ik grijsgedraaid.
Robert Seethaler, Het laatste deel. Vertaald door Liesbeth van Nes. De Bezige Bij. 126 blz., 18,99
Deze recensie verscheen eerder in NRC Handelsblad